Roofmoord Zwarte Peter in Geverik

Door Paul Mennens
Eerder gepubliceerd in Becha 2015-2

Tweede Kerstdag 1911 deden de buren van Gerard Gelissen een verschrikkelijke ontdekking. Gelissen woonde in een vakwerkhuis in de nabijheid van de Geverikerhof (Hoeve Corten). Hij leidde een nogal teruggetrokken bestaan, nadat zijn echtgenote Maria Gertruid Houben was overleden. De buurtbewoners hadden eerste en tweede Kerstdag het varken van Gelissen vaker horen schreeuwen van honger. De buren klopten aan bij de poort, maar er kwam geen reactie.

Daarop besloot men een deur open te breken. Binnengekomen ontdekte men onder het bed het lijk van Gelissen. Zijn hoofd was met een bijl gekloofd en de lemen vloer lag vol bloed. De moordenaar(s) had(den) een gat in de lemen muur gemaakt en was (waren) zo binnengekomen. Alle kasten en laden waren opengebroken. Het “Parket van Maastricht” dat een onderzoek instelde, vond in de woning nog een bedrag van honderd gulden.Opvallend is, dat landelijke dagbladen veel aandacht aan deze moord besteedden, terwijl de Limburgse kranten met enkele korte berichtjes de zaak afdeden.

Dagblad “De Tijd” 10 januari 1912 – De moord te Beek

Men meldt ons uit Beek bij Sittard:

Er schijnt de laatste dagen licht gekomen te zijn in de donkere zaak betrekkelijk den moord op den 74 jarigen  Gerard Gelissen, onder het gehucht Geverik, alhier. In “t kort willen wij den droevigen aanslag even in het geheugen terugroepen. Op den tweeden Kerstdag  a.p. viel het den buren van Gelissen, een alleenwonend, burenschuw man, op, dat de varkens blijkbaar van den den honger zoo geweldig tekeer gingen. De buren drongen de woning binnen, daar zij Gelissen de laatste dagen niet hadden gezien en vonden onder het bed verborgen het lijk van den grijsaard: het lijk moest reeds enkele dagen onder het bed gelegen hebben, daar het reeds in staat van ontbinding verkeerde. kasten en laden waren doorsnuffeld, zoodat niet zonder reden vermoed werd, dat diefstal de drijfveer van dezen laaghartige moord was geweest. In een der zijmuren van de woning was een gat gebroken, waardoor de misdadiger(s)  zich blijkbaar toegang had(den) verschaft. Ook werd een Rijksspaarbankboekje vermist, dat evenwel nog niet terecht is gekomen. Uit het Justitieel onderzoek terplaatse ingesteld bleek, dat men den armen stumperd met bijlslagen op het hoofd om het leven had gebracht. De Marechaussee deed de uiterste moeiten om de(n) dader(s) te pakken te krijgen, doch het mocht haar de eerste dagen niet gelukken een vast spoor te volgen. De laatste dagen is echter door en complex van omstandigheden de zaak in zoon stadium getreden , dat met reden mag worden verwacht, dat de vreeselijke moord in al zijn gruwel  tot volkomen klaarheid zal worden gebracht. De Justitie Maastricht kreeg nl. dezer dagen zeer belangrijke mededeelingen van een vrouwspersoon. Het gevolg hiervan was, dat te Aken maandagmorgen door de Duitsche Politie werd gearresteerd zekere P.S. die verdacht wordt den ouden Gelissen te hebben vermoord, hetzij alleen, hetzij met hulp van anderen, hetwelk nog uit onderzoek zal moeten blijken.

S. is een zeer gevaarlijk personage, nog niet lang geleden, in het najaar van 1911, werd hij uit de gevangenis ontslagen waarin hij, als we ons niet vergissen, een jaar of negen had gebromd, wegens destijds gepleegde diefstallen in het Rijk van Nijmegen.

S. een Limburger van geboorte, een robuste man, van vooraan in de 40 jaren, leefde direct na zijn ontslag uit de gevangenis m, aanhoudingen, die directet eene vrouw, die hij echter wegjoeg, toen hij op een andere  (Akense) het oog had laten vallen. Toen kwam de jaloezie boven, en zij besloot S. die haar ontrouw was geworden, aan de galg te helpen. Zoals gezegd: S. die naar algemeen vermoed wordt, de dader of een der dader(s) is, bevind zich in Aken in arrest en zal ter gelegener tijd aan onze regering worden uitgeleverd. Er hebben nog tal van aanhoudingen plaats gehad, aanhoudingen die direct of indirect met de bedoelde misdaad in verband moeten staan. Zo bevinden zich reeds in het huis van bewaring te Maastricht de twee vrouwen, die eenigen tijd met S. samenleefden, benevens nog een persoon, die ook al geen eervol leven achter de rug heeft. In enkele plaatsen van de mijnstreek hebben eveneens aanhoudingen plaats gehad van personen , die verdacht worden van heling van de van den diefstal te Geverik afkomstige gelden. De Justitie schijnt bovendien in het bezit van de namen van tal van personen te zijn gekomen, die de laatste maanden van roof en diefstal in het zuiden hebben geleefd. Tot deze bende zou ook S. hebben behoord, op wien enigen tijd geleden door de Marechaussee van eene brigade uit midden Limburg jacht werd gemaakt; doch S. kon in de bosschen vluchten en verbleef sedert in de streek tusschen Aken en Heerlen. Zij nog ten slotte vermeld, dat op bevel der Justitie te Maastricht, die de zaak met kracht heeft geinstrueerd, in preventieve bewaring is gesteld, eene geheele familie St. geheeten, bestaande uit 26 personen, onder wie 4 volwassen broeders, die allen gehuwd zijn en kinderen hebben.

Huis van Gradus Gelissen aan de huidige Kapelstraat

De stammoeder, te Amsterdam geboren, is eene Isralietische en bevind zich ook in arrest. De troep die heel Nederland doortrekt, leeft van het geven van straatmuziek op mandoline en viool en niet ’t minst van strooptochten op het platteland. De troep werd bij Maasniel aangehouden. De te Aken aangehouden S. moet zich, naar beweerd wordt, wel eens bij dit zwerversvolkje hebben aangesloten. Of de z.g. zigeuners al of niet bij de misdaad betrokken zijn, op welke manier dan, zal nog uit het Justitieel onderzoek, dat in vollen gang is, moeten blijken.

Dinsdag werden de vier gebroeders St. evenwel reeds aan een uitgebreid verhoor door de rechter van instructie onderworpen. Men verwacht nog meerdere aanhoudingen. Dezer dagen liep in onze gemeente het gerucht, dat een achtenswaardige burger in verband met den moord was aangehouden. De uitstrooier van het lasterpraatje had wel succes. Als een lopend vuurtje verspreidde zich het geruchtmakende praatje, dat natuurlijk met de noodige bijvoegingen werd becommentarieerd. Eene flinke som werd door den betrokkene  uitgeloofd, aan hem die ‘den uitbroeder’ van het valsche verhaal zou weten te achterhalen. De man ligt natuurlijk op het kerkhof. Voor de eer van onze brave bevolking is het een groote troost, dat geen inwoners onzer gemeente de moordenaarshand naar eenen afgeleefden grijsaard hebben uitgestoken”

Nieuwe Tilburgsche Courant 13 maart 1912 – De moordenaar van Beek

Met den trein van half een kwam maandag aan het station te Maastricht aan Jan peter Senden, die verdacht wordt in de maand december van het vorig jaar op een stormachtigen avond een ruim 70 jarigen grijsaard te Geverik-Beek om het leven te hebben gebracht. Aan het station te Maastricht stonden honderden personen, die den beruchten moordenaar wilden zien. Hij was zwaar geboeid en werd begeleid door drie Marechaussees; voor versterking van de politie was te Maastricht bij het station zorg gedragen. Senden werd te Herzogenrath van de Duitsche Justitie overgenomen door den grenscommissaris te Heerlen, die hem natuurlijk onder strenge bewaking stelde. Het station Heerlen was te klein om de honderden nieuwsgierigen te bevatten, die Senden even trachten te zien. Te Heerlen werd Senden overgegeven aan de brigade Marechaussee aldaar.

Aan het station te Sittard genoot Senden, die daar met zijn bewakers moest overstappen, zoo mogelijk nog meer belangstelling dan in Heerlen. De NS heeft er meer perronkaartjes verkocht dan anders in een maand.

Zooals men zich zal herinneren, werd Senden te Aken aangehouden; na de gruwelijke misdaad vluchte hij naar Duitschland, doch dankzij de activiteit van de Duitsche recherche werd S. spoedig aangehouden. Zijn beide medeverdachten, twee Pruisen werden te Crefeld gearresteerd. Senden was, toen de moord te Beek gepleegd werd, pas uit de gevangenis, sedert october jl. , ontslagen, waarin hij negen jaar wegens diefstallen had vertoefd. De vorige week vertoefde de Justitie nog te Geverik, in de omgeving van het huis, waarin de vermoorde grijsaard, een alleenwonend man met enig kapitaal, heeft gewoond. De Duitsche vrouw, met wie Senden samenleefde, moet terplaatse aan de Justitie nog zeer gewichtige mededeelingen hebben verstrekt. 

 Senden is thans in handen onzer justitie, die naar algemeen verwacht wordt , zich niet bij het straf bepalen clement zal toonen tegenover een beroepsmisdadiger, die met behulp van derden, een braaf grijsaard heeft “koud”gemaakt – dit moeten de woorden van Senden zijn – om aan geld te komen. Den beide Duitschers wacht in hun Heimath wellicht ook een zeer zware straf, want de Duitsche Justitie spot met zulke ernstige, gelukkig zeldzaam voorkomende vergrijpen al evenmin.

Bericht in ‘Nieuwsblad van Friesland: Hepkema’s courant’ van 31 december 1911

In mei 1912 veroordeelde de Rechtbank te Maastricht P.L. Senden (bijgenaamd Zwarte Peter) wegens moord op Gerard Gelissen, te Geverik (Beek), overeenkomstig de eis van het Openbaar Ministerie tot levenslange gevangenisstraf. Peter Senden tekende hoger beroep aan bij de Rechtbank te Den Bosch. Tijdens inbraken, ook tijdens de roofmoord in Geverik, had Peter altijd een paar klompen bij zich. Tijdens de inbraak wisselde hij van schoeisel. Op klompen drong hij de woning binnen en na zijn daad trok hij weer zijn schoenen aan en vluchte.

De dader Petrus Lambertus Senden werd op 3 october 1868 geboren als zoon van Johannes Sebastiaan Senden en Maria Sebilla Milchers die op 22 april 1868 in Rimburg getrouwd waren. Hij was de oudste van de acht kinderen van dit gezin. Op 6 augustus 1912 volgde de uitspraak van het gerechtshof te Den Bosch: levenslang. De gekozen raadsman, Mr. Dr. Ch. van Oppen, advocaat te Maastricht had voor vrijspraak gepleit en hij tekende na de uitspraak beroep in cassatie aan. Echter op 29 0ctober 1912 werd door de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen. Peter Senden werd overgebracht naar de bijzondere strafgevangenis te Leeuwarden. In april 1914 verscheen in kranten een bericht dat Peter Senden zich door ophanging van het leven beroofd zou hebben, maar dit bericht bleek achteraf niet op waarheid te berusten. De Limburger bleef strijdvaardig en verzocht in 1916 om herziening van het arrest van het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch van 6 augustus 1912. Het verzoek werd niet-ontvankelijk verklaard. 

Op 4 mei 1934 overleed Peter Senden in de gevangenis te Leeuwarden op 65 jarige leeftijd.